Zaterdag 20 november werd in de omgeving van Haarlem een landelijke oefening voor reddingsbrigades gehouden. Ruim 80 slachtoffers werden geëvacueerd.

Vorige week deden de journaalbeelden even aan 1993 en 1995 denken; hoog water in Limburg. Bij menig reddingsbrigadelid zullen de gedachten weer naar die tijd zijn gegaan. Ondergelopen straten en landerijen, massa evacuaties en grootschalige inzet. Gelukkig zakte het water weer snel en was daadwerkelijke inzet niet nodig. Voor deze inzetten wordt jaarlijks meerdere malen geoefend door de reddingsbrigades waar een rampenvlet gestationeerd staat.

Afgelopen zaterdag vertrok een ploeg van de IJRB naar Haarlem waar de Haarlemse reddingsbrigade in samenwerking met de landelijke bond een oefening had georganiseerd. Van een viertal locaties moesten slachtoffers worden afgevoerd.
Op het waterscoutschip “Naaldwijk Prins Willem” waren benedendeks diverse slachtoffers die in het donker naar boven gehaald moesten worden.
Op de voormalige vuilnisbelt Schoteroog stond een groep mensen die de hoogte hadden opgezocht om het stijgende water te ontvluchten.
Bij Poelbroek was een veertigtal slachtoffers die behandeld en afgevoerd moest worden.
De onder gelopen ijsbaan Nova Zembla in Spaarndam simuleerde een verdronken dorpje. Op de bunkertjes stonden groepje mensen die in veiligheid moesten worden gebracht. Door de geringe waterdiepte konden de buitenboordmotoren hier niet worden gebruikt en moesten de boten door het water worden getrokken en geduwd. Extra moeilijkheid hier waren de verborgen slootjes, waardoor de waterdiepte varieerde van 30 cm tot 180 cm. Prikstokken gebruiken en op veiligheid letten was hier het devies.

De chauffeurs van de reddingseenheden hadden een apart programma waarin aandacht was voor colonnerit onder politiebegeleiding en terreinrijden op strand in Bloemendaal.